Herstel 1835
Wat er na 1795 van de kerk overbleef was niet veel meer dan een ruïne. Een herstel was dringend noodzakelijk. Dat herstel gold dan de kleine middeleeuwse kerk voornamelijk bestaande uit een eenbeukig schip van drie traveeën (een travee is een gewelfdak tussen twee gordelbogen) en een iets korter koor.
Wat wij hiervan nog zien zijn vooral de bovenmuren van het schip. Hoe vreemd het ook moge lijken: de middeleeuwse kerk zit zeker meer dan 1.75 m onder het huidige maaiveld.
Het herstel van de kerk vond van 1835 tot 1840 plaats onder pastoor Gerard van der Wielen. Hij ontving van het Gouvernement in 1837 een subsidie f. 2800. Hij heeft de kerk 4 ½ voet (ongeveer 1.30 m) verhoogd en door timmerman Buissen uit Boxmeer een nieuwe preekstoel, communiebank en altaar laten maken. In plaats van een stenen gewelf werd een stucgewelf aangebracht. Goedkoper en minder belastend.
De preekstoel van Buissen is nog altijd in de kerk aanwezig.